De X-factor van een persoon, dat is de uitstraling die een extreem en uniek effect heeft op anderen. De X-factor van werk definieer ik als de wervende kracht die ervoor zorgt dat bepaalde personen voor dat soort werk kiezen. Niet als een toevallige job, maar als de schoen die precies past, als de ultieme match, als yin en yang. In het geval van die ultieme match is de kans groot dat er een zichzelf versterkend proces op gang komt waarbij specifieke kwaliteiten van de persoon zich steeds verder ontwikkelen. Ultimo ultimo kan dat leiden tot excessief gedrag of verworden tot een levende karikatuur.
Laat ik een voorbeeld nemen uit de actualiteit, de commotie rond advocaat Bram. Het gaat mij niet om zijn persoon, maar om te illustreren wat ik bedoel.
Bram is geslaagd advocaat. Zo geslaagd, dat hij steeds meer in de pers komt. Het maakt niet uit welke klanten hij trekt, het gaat erom dat hij altijd weer in staat is om publiek zeer beleefd en eloquent van repliek te dienen. Hij kan ook als geen ander elke klus en elke klant naar de buitenwereld toe verdedigen. Een kwinkslag daarbij is hem niet vreemd. De media doen graag mee door deze jurist in hun babbelcircuit op te nemen. Ook zijn akkefietjes halen de pers, maar niemand die dat kan deren. Het gaat tenslotte om Bram, niet zomaar iemand.
Uit welke elementen is de X-factor van de advocatuur opgebouwd? Welbespraaktheid, performance, status, veel geld verdienen, bekendheid, kennis van het recht, en volgens mij een flinke dosis (vermeende) integriteit. Welke mensen gaan voor de advocatuur? Wel, de redenaars, de gegoeden, degenen die graag voor het voetlicht treden, die anderen (de hulpelozen) nabij staan in de verdediging. En natuurlijk degenen met een sterk ontwikkeld gevoel voor rechtvaardigheid. Wat voor eisen stelt dat aan de persoon van de advocaat…? Juist. Daar zit ‘m de kneep. Los van sterk maatschappelijk bewogen juristen als bijvoorbeeld de “pro deo’s” en de rechtsbijstand juristen, heb je toch echt een bepaald profiel nodig om je lekker te voelen in dat beroep. Niets mis mee. Tot het mis gaat.
In het geval van Bram zien we wat de impact van een krachtige spiraalwerking kan zijn. Excellentie in het werk zorgt voor versterking van persoonlijke eigenschappen en uitstraling, hetgeen weer zorgt voor ongekende beloning, statusverhoging enzovoorts. Ergens moet de gedachte van “onaantastbaarheid” wel post gaan vatten. Collega’s, klanten en publiek zullen liever mee applaudisseren dan realistische feedback produceren. Iedereen wil natuurlijk graag een graantje mee pikken van het mooie succes. De klap is dan ook groot en hard als het doek in één keer valt. Jort Kelder in de Volkskrant van 31 oktober 2012: “Ik stoor me aan het totale gebrek aan zelfinzicht bij die man”. En vakgenoot Nico Meijering in diezelfde editie: “Eindelijk maakt advotainment plaats voor advocatuur.
Dit fenomeen is niet karakteristiek voor de beroepsgroep van Bram. In het boek “Op leven en dood in de directiekamer” schrijft Manfred Kets de Vries over werk en persoonlijkheid van leiders. Het eerste hoofdstuk heet “Als ik de leider ben, wie volgt me dan?”. Het start met drie prachtige citaten. De mooiste vind ik die van Winston Churchill:
“We zijn allemaal wormen, maar ik denk dat ik een glimworm ben.”
Natuurlijk zegt iedereen dat een leider niet de glimworm van het gezelschap zou moeten zijn. Stromingen als “coachend leiderschap” en “dienend leiderschap” staan überhaupt haaks op de gedachte van glimworm. Maar een goede leider wordt doorgaans al snel gezien als de topworm die mag glimmen in het hoger echelon. En hoe glansrijker de uitstraling, hoe sneller de opname in het topmanagement of bestuur. Collega’s en publiek ervaren in toenemende mate de zelfverzekerde buitenkant en de ferme overtuigingen en zullen niet snel openlijk stelling nemen. Hoe sterk moet de leidende glimworm zijn om daar geen narcistische gevoelens aan over te houden? Als dat al niet in aanleg aanwezig was…
Advocatuur en management zijn natuurlijk wel mooie kapstokken om de X-factor aan op te hangen. Maar ook voor minder uitgesproken beroepen kan ik zo’n verhaal bedenken. Bijvoorbeeld het bescheiden meisje dat onderpresteert op school, een simpel kantoorbaantje zoekt waar ze niet opvalt en ook geen prestaties hoeft neer te zetten. Of de introverte intellectueel die zich begraaft in research en gewoonweg geen tijd meer heeft voor social life. Ook in deze gevallen is het niet denkbeeldig dat spiraalwerking zorgt voor versterking van de beperkte focus, en uiteindelijk tot karikatuur van de persoonlijkheid, psychische problematiek en disfunctioneren in het werk. Fascinerend om ooit eens de X-factor van de psychologie in kaart te brengen…
Grijze muis of flamboyante presentator? Whizzkid of bestuurder op het pluche? Persoonlijkheid en kwaliteiten zijn natuurlijk de drives bij de keuze van de juiste job. Mijn stelling is dat hoe sterker de match tussen X-factor van het werk en de persoonlijkheid van de werker, hoe groter de kans op excessief gedrag van de werker. Daar ligt een spannend werkterrein voor de A&O psycholoog die zich kan vinden in de volgende uitspraak van Andries van Dantzig: “ De waarheid is altijd beter dan de neurotische versluiering ervan”.
Sandra Rethmeier
Gepubliceerd in A&O items, jaargang 10, nr. 5, november 2012